6 zinnen met «weekend»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord weekend en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Hij werkte zes uur per dag, en 12 in het weekend, buiten supermarkten en bij bushaltes, zelfs in de stromende regen. »
• « Omdat het weer verslechterde, keerde de helikopter terug naar Innsbruck, zo'n 70 kilometer verderop. Na het weekend zou een nieuwe poging worden ondernomen. »
• « Ik zou erop staan om één weekend per jaar alleen op vakantie te gaan, al was het maar om naar een hotel te gaan en aan het zwembad te zitten. Het zou iedereen in het gezin, en mij vooral, leren om mijn bijdrage meer te waarderen. »