8 zinnen met «arm»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord arm en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Blanken, rijk of arm, werden verenigd door racisme. De slavernij verminderde de onderlinge klassespanningen, omdat de zuidelijke blanken, hoe arm ze ook waren, een gemeenschappelijk ras hadden met machtige plantage-eigenaars. »
• « Ik werd uit bed geholpen en aan de arm van een verpleegster, die het venoclyse-apparaat aanduwde, een paar passen verder de gang op gebracht. »
• « Terwijl ieder van hen mij bij één arm vasthield, schuifelde ik, bijna buiten adem, voort en probeerde overeind te blijven, met de katheterzak in één hand. »
• « Na te hebben uitgelegd dat zij en haar man arm waren, vroeg Nenita hem om alleen eerste hulp aan haar dochter te verlenen. Zelfs om dat te betalen, zou ze moeten lenen. »
• « Verpleegster Eberhardt, die haar fobie overwon, injecteerde de arm van de jongen met een zoutoplossing om de schok te vertragen, en dekte hem toe met dekens. »
• « Een ogenblik later strekte de bestuurder zijn arm uit: hij hield iets in zijn hand dat op een pistool leek. »