50 zinnen met ‘kinderen’ — voorbeeldzinnen
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord kinderen en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
Korte definitie: kinderen
Mensen die jonger zijn dan volwassen, meestal tussen de geboorte en de puberteit.
• Genereer zinnen met kunstmatige intelligentie
De kinderen aaiden de kuikens voorzichtig.
Alle kinderen op mijn school zijn erg slim.
De kinderen leerden tellen met een telraam.
De kinderen gingen voor de open haard zitten.
De kinderen renden blootsvoets over het gras.
De hond is erg aanhankelijk naar de kinderen.
De kinderen voerden de eend met stukjes brood.
De kinderen speelden verstoppertje in het park.
Als vader zal ik altijd mijn kinderen begeleiden.
We werken samen voor het welzijn van onze kinderen.
De kinderen vingen een vuurvlieg in een glazen pot.
De grootmoeder vertelde de kinderen een episch verhaal.
Ik heb een verhaal verzonnen om de kinderen te vermaken.
De kinderen gleden spelend van de duin naast het strand.
Ik kocht een boek over de taalontwikkeling bij kinderen.
Voor de kinderen zorgen is een grote verantwoordelijkheid.
De kinderen waren bang omdat ze een beer in het bos zagen.
De kinderen keken naar de worm die over de bladeren gleed.
De kinderen luisterden ongelovig naar het verhaal van opa.
De kinderen genieten veel van de karate-lessen op zaterdag.
De kinderen genoten van het spelen tussen de hoge maïsrijen.
De parasol diende om de kinderen tegen de zon te beschermen.
Voeding bij kinderen is erg belangrijk voor hun ontwikkeling.
Het vrolijke geluid van spelende kinderen vervult me met geluk.
De vertelling van het verhaal trok de aandacht van de kinderen.
De kinderen droomden ervan om op een vliegend eenhoorn te rijden.
Gezondheid is belangrijk voor iedereen, maar vooral voor kinderen.
De fontein op het plein borrelde, en de kinderen speelden eromheen.
Juf María is erg goed in het onderwijzen van wiskunde aan kinderen.
De kinderen speelden op de binnenplaats. Ze lachten en renden samen.
De kinderen waren verrast om een bever in de rivier te zien zwemmen.
De rijpe vrucht valt van de bomen en wordt door de kinderen verzameld.
De kinderen vonden een munt op de weg naar huis en gaven deze aan opa.
We leren onze kinderen vanaf jonge leeftijd het belang van eerlijkheid.
Mijn grootmoeder heeft een groot gevoel voor het kalmeren van kinderen.
De kinderen renden en speelden op de weide, vrij als vogels in de lucht.
De experts voerden een taalkundig experiment uit met tweetalige kinderen.
Die kinderen zijn aan het vechten met elkaar. Iemand zou ze moeten stoppen.
De kinderen begonnen te springen in het park toen ze de zon zagen schijnen.
Er was eens een heel mooi park. De kinderen speelden daar elke dag gelukkig.
Het geluid van het gelach van de kinderen maakte het park een gelukkige plek.
De kinderen speelden verstoppertje tussen het dichte struikgewas van de tuin.
Vanaf mijn raam hoor ik het rumoer van de straat en zie ik de kinderen spelen.
De kinderen waren verwonderd toen ze een zwaan in de vijver van de tuin zagen.
In het park vermaakten de kinderen zich met voetballen en rennen over het gras.
Met een schelle lach maakte de clown alle kinderen op het feest aan het lachen.
De meester was boos. Hij schreeuwde naar de kinderen en stuurde ze naar de hoek.
Voorbeeldzinnen voor peuters, basisscholieren, middelbare scholieren of volwassenen op een hogeschool of universiteit.
Zinnen voor taalleerders: beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Gebruik onze geavanceerde kunstmatige intelligentie gratis!
Voorbeelden van zinnen met vergelijkbare woorden