6 zinnen met «sigaret»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord sigaret en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Men moet zich krachtig en consequent verzetten tegen de sigaret, pijp of sigaar om effectief van de gewoonte af te kicken. »
• « Overal waar hij komt, waarschuwt hij jonge rokers en degenen die overwegen een sigaret op te steken, dat tabak formaldehyde en het verpakkingspapier asbest kan bevatten - twee ingrediënten die de tabaksindustrie niet vermeldt in haar advertenties. »
• « Het was moeilijk om een sigaret uit het pakje Camels te krijgen, maar na veel rommelen lukte het hem. Ze stak het voor hem aan, lachend. »
• « Meneer Martin nam nog een slok van zijn drankje, stak zijn sigaret in de asbak en legde zijn pakje Camels op de koffietafel. »
• « De bestuurder was bedroefd en rookte een sigaret. Eén voor één, langzaam, haalden de andere automobilisten hem in. »
• « Toen zijn baby werd geboren, deed hij de bevallingsademhaling niet met zijn vrouw. Hij zat in de wachtkamer, een sigaret te roken. »