8 zinnen met «zeehond»

Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord zeehond en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.

« We zagen een zeehond in de zon op de oever. »

zeehond: We zagen een zeehond in de zon op de oever.
« De zeehond klom in de boot en begon vis te eten. »

zeehond: De zeehond klom in de boot en begon vis te eten.
« In de poolzeeën is de zeehond een behendige jager. »

zeehond: In de poolzeeën is de zeehond een behendige jager.
« De zeehond wil dat je elke dag verse vis voor haar meebrengt. »

zeehond: De zeehond wil dat je elke dag verse vis voor haar meebrengt.
« Een zeehond raakte verstrikt in een vissersnet en kon zich niet bevrijden. Niemand wist hoe hij haar kon helpen. »

zeehond: Een zeehond raakte verstrikt in een vissersnet en kon zich niet bevrijden. Niemand wist hoe hij haar kon helpen.
« -Hij heeft nooit over een zeehond geschreven, zei mijn dochter. »
« Op de volgende bladzijde van het verhaal geeft de dierenverzorger de zeehond terug aan het meisje. »
« Michener was ontroerd toen ze bij het deel kwam waar de leraar Erny, de zeehond, niet op school wil laten blijven en haar naar de dierentuin stuurt. »

Voorbeelden van zinnen met vergelijkbare woorden


Online taalhulpmiddelen

diccio-o.com - 1998 - 2024