50 zinnen met ‘hij’ — voorbeeldzinnen
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord hij en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• Genereer zinnen met kunstmatige intelligentie
Toen hij aankwam, was ze niet thuis.
Pedro lachte toen hij de grap hoorde.
In moeilijke tijden bidt hij om troost.
Na het ongeluk had hij tijdelijke amnesie.
De hond blafte luid toen hij de bel hoorde.
De man liep over straat toen hij struikelde.
De kat klom in de boom. Daarna viel hij ook.
Hij bidt elke avond voordat hij gaat slapen.
Na het eten deed hij een dutje in de hangmat.
Ondanks zijn jeugd was hij een geboren leider.
Bij het horen van de blaf kreeg hij kippenvel.
De bibliothecaris vond het boek dat hij zocht.
Na het ongeluk bleef hij enkele weken in coma.
Studeert hij Engels of een andere vreemde taal?
In zijn jeugd leefde hij als een echte bohemien.
Hij leerde koken, omdat hij gezonder wilde eten.
De wind was zo sterk dat hij me bijna omverblies.
Tijdens het ongeval brak hij zijn linker dijbeen.
Bij tegenspoed richtte hij een gebed tot de hemel.
Er was eens een leeuw die zei dat hij wilde zingen.
Daarna kreeg hij een kalmeringsmiddel geïnjecteerd.
Ik moet de garagepoort schilderen voordat hij roest.
In het toernooi won hij de gouden medaille in karate.
De kat springt snel naar voren als hij een muis ziet.
Na een lange en zware werkdag kwam hij uitgeput thuis.
Als finalist ontving hij een diploma en een geldprijs.
Nadat hij was vertrokken, voelde ze een diepe verdriet.
Hoewel hij hard werkte, verdiende hij niet genoeg geld.
Mijn broer verzamelt stripverhalen sinds hij klein was.
Dankzij zijn nieuwe uitvinding won hij de eerste prijs.
Vanwege zijn slecht gedrag werd hij van school gestuurd.
Bij het binnenkomen van het huis zei hij: "Hallo, mama".
De haan zingt elke ochtend. Soms zingt hij ook 's nachts.
De worm was in mijn huis. Ik weet niet hoe hij daar kwam.
De witte hond heet Snowy en hij speelt graag in de sneeuw.
Ze noemden hem een kip omdat hij uit de discussie wegliep.
De hond zwaaide met zijn staart toen hij het hallo hoorde.
Verbijsterd keek hij naar de resten van wat zijn huis was.
De baby heeft een klein knuffeldier dat hij nooit loslaat.
De schipbreukeling at fruit en vis die hij in de zee vond.
Zij was een boek aan het lezen toen hij de kamer binnenkwam.
Na lange tijd vond hij eindelijk het antwoord op zijn vraag.
Vanwege zijn gebrek aan kennis maakte hij een ernstige fout.
De soldaat controleerde zijn uitrusting voordat hij vertrok.
De houthakker slijpte zijn bijl voordat hij begon te werken.
De manier waarop hij sprak, toonde aan hoe arrogant hij was.
Mijn held is mijn papa, omdat hij altijd voor mij klaarstond.
De bank is zo volumineus dat hij nauwelijks in de kamer past.
De rivier begint langzaam te dalen als hij de vallei bereikt.
Die brug lijkt zwak, ik denk dat hij elk moment kan instorten.
Voorbeelden van zinnen met vergelijkbare woorden