23 zinnen met «blij»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord blij en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
Voorbeelden van zinnen met vergelijkbare woorden
•
« Soms zing ik graag deuntjes als ik blij ben. »
•
« Ik werd blij wakker omdat ik goed had geslapen. »
•
« In de wei speelde het meisje blij met haar hond. »
•
« Mijn broer kocht een huis in het weiland en is erg blij. »
•
« Ik voel me altijd blij als ik salsa dans met mijn vrienden. »
•
« Het kind was erg blij met zijn nieuwe speelgoed, een knuffel. »
•
« Ik vond een munt van 10 pesos op de grond en ik was erg blij. »
•
« Ik voel me blij als ik omringd ben door de mensen van wie ik hou. »
•
« De lente maakt mijn plantjes blij; ze hebben de lentewarmte nodig. »
•
« Het vliegtuig vloog boven de wolken. Alle passagiers waren erg blij. »
•
« Vandaag heb ik een mooie zonsondergang gezien en voelde ik me erg blij. »
•
« Hoewel ik niet veel geld heb, ben ik erg blij omdat ik gezondheid en liefde heb. »
•
« Mijn moeder omarmt me en geeft me een kus. Ik ben altijd blij als ik bij haar ben. »
•
« In mijn tuin groeien zonnebloemen in alle denkbare kleuren, ze maken me altijd blij. »
•
« Hoewel er dagen zijn dat ik me niet helemaal blij voel, weet ik dat ik het kan overwinnen. »
•
« Het kind was erg blij terwijl hij op zijn nieuwe fiets reed. Hij voelde zich vrij en wilde overal naartoe gaan. »
•
« Hij was blij zich weer productief te voelen. »
•
« Ik had blij moeten zijn, maar ik was uitgeput. »
•
« Ik ben er niet blij mee, maar ik ben er ook niet ongelukkig mee. »
•
« Greg was erg blij met zijn truck, en zette hem elke week in de was. »
•
« "Ik ben blij dat het bij je opkwam om precies aan die kant uit het raam te kijken!" »
•
« Toen ik hoorde dat je me zocht, was ik zo blij dat ik dacht dat mijn hart zou barsten. »
•
« Zijn kracht en geluk bleven ons verbazen en bovenal waren wij blij hem weer bij ons te hebben. »
Online taalhulpmiddelen