50 zinnen met ‘erg’ — voorbeeldzinnen
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord erg en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• Genereer zinnen met kunstmatige intelligentie
Het zeewater is erg zout.
De weg naar school is erg lang.
Die dikke baby is erg schattig.
De vijg was erg zoet en sappig.
U bent erg mooi. Ik ben ook knap.
Kantoorwerk kan erg zittend zijn.
Het weer is deze ochtend erg guur.
De perzik is erg zoet en smakelijk.
De zee was erg woest door de storm.
De voorruit van de auto is erg vuil.
Luis is erg behulpzaam voor anderen.
Ik ben erg bevriend met oude boeken.
Het fluweel voelt erg aangenaam aan.
De kippenvleugels zijn erg smakelijk.
Het park naast mijn huis is erg mooi.
Het konijn genoot erg van zijn wortel.
De maïssoep was heerlijk en erg romig.
Alle kinderen op mijn school zijn erg slim.
Het verhaal dat ik las was erg interessant.
De Atlantische kust van Spanje is erg mooi.
Het stuk pizza dat overblijft is erg klein.
De cactus bloeit in de lente en is erg mooi.
De stoofpot van mama is altijd erg smakelijk.
Zij is erg voorzichtig met haar kamerplanten.
De hond is erg aanhankelijk naar de kinderen.
De bastaardhond is erg aanhankelijk en speels.
Mijn bureau op kantoor is altijd erg opgeruimd.
Mijn auto is erg oud. Hij is bijna honderd jaar.
De leraar van mijn zoon is erg geduldig met hem.
Die man is erg vriendelijk tegen zijn collega's.
De storm maakte de zee erg woelig om te bevaren.
De nieuwe geschiedenisleraar is erg vriendelijk.
Het stadslandschap is erg modern en ik hou ervan.
De stad is erg groot en heeft veel hoge gebouwen.
De baas is erg arrogant tegenover zijn werknemers.
Ik heb een glas koud water nodig; het is erg warm.
De interculturele danscompetitie was erg spannend.
De koning was erg boos en wilde met niemand praten.
Het tweede hoofdstuk van het boek was erg spannend.
Het bed was erg ongemakkelijk en ik kon niet slapen.
De tuin heeft een vierkante fontein die erg mooi is.
Ik vond zijn toespraak erg expressief en emotioneel.
In mijn geboortedorp zijn alle inwoners erg gastvrij.
De keuken was erg heet. Ik moest het raam openzetten.
De wortel is een eetbare wortel en het is erg lekker!
De rok die ze droeg was erg kort en trok alle blikken.
De jongens zijn erg ondeugend, ze maken altijd grappen.
In de duisternis bleek zijn horloge erg helder te zijn.
De kookles met de instructeur was erg leuk en leerzaam.
Ik ben erg mooi en ik wil model worden als ik groot ben.
Voorbeelden van zinnen met vergelijkbare woorden