12 zinnen met «dokter»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord dokter en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Margaret en ik wachtten uren op de dokter, en toen hij eindelijk kwam, kon ze haar kalmte niet meer bewaren. »
• « De dokter dacht dat hij met een paar klappen de wig in het borstbeen kon drijven en het netjes doormidden kon snijden. »
• « De dokter herinnert zich dat toen hij aankwam, ze "op de trap zat. Haar handen waren bedekt met vet en gebroeid. Maar ik kon niets anders zien dan die heldere blauwe ogen". »
• « Voordat hij haar ontsloeg, noteerde de dokter haar adres. En aangezien hij geen vriendin had, ondanks het aandringen van zijn moeder, belde hij Hilde twee dagen later op om te vragen of hij haar kon bezoeken. »