10 zinnen met «wou»

Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord wou en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.

Voorbeelden van zinnen met vergelijkbare woorden

• « Zij wou een boek aan haar zus geven. »

• « Hij wou gisteren naar het park fietsen. »

• « Wij wou de nieuwe film in de bioscoop zien. »

• « De leraar wou elke leerling duidelijke uitleg geven. »

• « De kok wou verse ingrediënten voor het diner gebruiken. »

• « -Ik wou dat ik ziek was! »

• « Ik wou dat ik thuis was geweest op dat moment! »

• « -Ik wou dat ik dood was,' antwoordde ik, en had er onmiddellijk spijt van. »

• « Ik wou dat mijn kinderen zo'n leraar hadden gehad, ik wou dat ik zo'n leraar had gehad! »

• « Op een keer stormde hij een kamer uit, sloeg de deur dicht en riep: "Ik wou dat ik ziek was! »