Zinnen met «onbelangrijks»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord onbelangrijks en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Begin met iets onbelangrijks, zoals een bijnaam die je op school hebt gekregen of een voorraad chocolaatjes die je in je kantoor hebt liggen. Geleidelijk aan worden het belangrijkere bekentenissen. »
• « Later, op weg naar huis, zweeg ik nors. Hij probeerde uit te leggen waarom hij boos op me was om zoiets onbelangrijks. »