Zinnen met «huisje»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord huisje en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « In de droom waren we eerst in het huisje en toen, zonder overgang, bevonden we ons beiden buiten in het felle zonlicht. »
• « Het huisje was al tientallen jaren in mijn familie, maar het gezond verstand zei dat het tijd was om te verkopen. »
• « Lelies en pioenrozen dienden als kalender toen ik een kind was. Elk voorjaar gaven hun paars-paarse knoppen aan dat het tijd was voor onze jaarlijkse pelgrimstocht naar het huisje aan het meer. »
• « Maar mijn grootouders stierven tijdens de tweede wereldoorlog. Toen werd het huisje eigendom van mijn vader, die in het leger zat. »