6 zinnen met «onverschilligheid»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord onverschilligheid en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Evenzo was een belangrijk thema van het humanisme de pragmatische onverschilligheid tegenover goden en het noodlot - een Griekse filosoof, Xenophanes, verwierp het idee zelf van mensachtige goden die in het dagelijks leven zouden ingrijpen. »
• « Conformisme, ideologisch dogmatisme en onverschilligheid voor elke notie van rechtvaardigheid waren synoniem met "succes" in de Sovjet samenleving. »
• « Zoals uit deze tekst blijkt, werd een groot deel van de geschiedenis beheerst door hebzucht, onverschilligheid voor menselijk lijden en zucht naar macht. Het is te hopen dat de studie van de gevolgen van deze factoren en de daardoor geïnspireerde daden een tegengif zal blijken te zijn voor hun aantrekkingskracht, en hopelijk voor hun vermeende legitimiteit als politieke drijfveren. »
• « De woestijnen rukken op. Niet alleen doet de mens niets om ze tegen te houden, maar zijn ingrijpen blijkt vaak veel erger dan onverschilligheid. »
• « Deze zienswijze is gebaseerd op de ervaring van ontwikkelde samenlevingen, waarin toenemende bureaucratische complexiteit, systeemstabiliteit en een zekere economische welvaart leiden tot onverschilligheid bij de bevolking om nieuwe vormen van controle op de machthebbers voor te stellen, en in sommige gevallen zelfs tot de feitelijke onmogelijkheid om dat te doen. »
• « Indien de school de creatieve deelname van de leerlingen met betrekking tot kennis niet aanmoedigt, zullen de leerlingen slechts twee mogelijkheden tot succes hebben: onderwerping of onverschilligheid. Kiezen zij voor onderwerping, dan zullen zij kritiekloos alles volgen wat hun wordt geleerd. Kiezen zij voor onverschilligheid, dan zullen zij alleen deelnemen op basis van de noodzaak om hun vakken te halen. De leerlingen wier weerstand groter is, zullen de weg van de opstandigheid kiezen, die hen niet zal toestaan zich te "verdedigen" om te slagen voor de vakken. »