Zinnen met «doek»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord doek en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Dorje en Tashi bonden een witte doek aan een paal, een van de vele die Tibetanen die naar het buitenland vluchtten achterlieten als eerbetoon aan hun land. »
• « In de middelste sector van het beschilderde doek, die overeenkomt met de aarde, staat een figuur van een vrouw die met een staf loopt, gevolgd door drie maagden. »
• « Ook werden op doek geschilderde lijkwaden gevonden, waarmee de overledenen waren omwikkeld. De grootste hiervan meet 3 m bij 1,80 m en is beschilderd met felgekleurde olieverf. »