Zinnen met «samenwonen»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord samenwonen en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Echtparen mochten niet samenwonen voor hun dertigste; tot die tijd werd van de man verwacht dat hij stiekem uit zijn bunker kwam om zijn vrouw te zien, en dan weer stiekem wegsloop voor de ochtend. »
• « Promiscuïteit: samenwonen op dezelfde plaats van volwassenen en kinderen, mannen en vrouwen, bejaarden, enz. »