Zinnen met «monotheïsme»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord monotheïsme en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Na verloop van tijd werd dit het ware monotheïsme: het geloof dat er slechts één god is, en dat alle andere "goden" illusoir zijn. »
• « Een Judeese koning, Josia, drong aan op het opleggen van een strikt monotheïsme en het samenstellen van de eerste boeken van de Hebreeuwse Bijbel, de Torah, in 621 v. Chr. »
• « De heilige geschriften die tijdens deze gebeurtenissen werden samengesteld, stonden alle in het teken van het nieuwe monotheïsme. »
• « Evenzo erfde het Christendom van het Judaïsme een strikt monotheïsme dat de verering van Romeinse keizers weigerde te aanvaarden. »