Zinnen met «struikelen»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord struikelen en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Rijden in zulke omstandigheden is gevaarlijk. Het paard kan struikelen en vallen, ruiter en al. »
• « Hij begon ook bepaalde persoonlijke moeilijkheden te ondervinden. Hij vond het moeilijk om zijn veters te strikken. Hij bleef struikelen over voorwerpen als hij liep. Zijn benen knikten zonder waarschuwing. »